
Vastgeketend aan mijn telefoon/oortjes
Ik ben standaard mijn telefoon kwijt thuis. Manlief en kids roepen steevast als ik de woorden: “waar is..” heb uitgesproken, met rollende ogen en een zucht: op het aanrecht, gangkastje, de wc, bank, naast je bed, onder het kussen, enz. Bijzonder toch hoe zij wel weten waar mijn telefoon is en ik niet. Als ik op kantoor ben, gaat dat een stuk makkelijker, dan zit hij of in mijn tas of ligt hij naast mijn laptop. Bij trainingen geven is het een grijs gebied want ook daar komt menig cursist nog wel eens uit de WC met mijn telefoon aanzetten: hé is deze niet van jou?
Nu ik vanuit huis werk en niet meer zomaar overal heen kan/wil heb ik een nieuw fenomeen ontdekt: ik zit inmiddels vastgekluisterd aan mijn telefoon. Het lijkt wel of hij in een week tijd met mijn hand is vergroeid, heel eng. Vorige week omdat ik mijn nieuwsverslaving weer nieuw leven in had geblazen (gelukkig heb ik dat weer genormaliseerd), deze week omdat whatsapp overuren maakt. Iemand ontmoeten, samenwerken, lekker training geven, etentje hebben, theetje drinken, de ‘creatievevanallesennogwat’ momenten met mijn collega Cathelijne, fijne cursisten inspireren, het is allemaal overgegaan op digitaal en online. En ik vraag me af of ik dit wel wil. Whatthefuck! Ik ben niet aan het klagen hoor, echt niet, no way, er zijn mensen met veel meer en echte zorgen. Maar toch heb ik steeds het onbehagelijke gevoel alsof ik in mijn eigen thriller of film van Steven Spielberg ben beland en ben ik aan het wachten wanneer de film is afgelopen.
Een herkadering is dat je iets ineens in een heel ander perspectief ziet. Dat kan door een verandering in jezelf maar ook door iets om je heen. Nou in een keer realiseer ik me dat mijn telefoon m’n “life-line” in het contact met de buitenwereld is geworden: met mijn dierbaren, de lieve mensen op mijn werk en voor de broodnodige informatievoorziening. Dus ik koester hem, raak hem echt niet kwijt nu, hij mág helemaal vergroeid zijn met mijn hand. En ook mijn (toevallig nieuwe) draadloze oortjes, waarvan ik panisch ben dat ik het oplaadbakje een keer kwijtraak, mag nu ook vergroeid zijn. Met mijn andere hand. Gezellig samen.
Liefs: Renée